Onze partners: NFVN Revalidatiefonds Sophia

Vakantie

Daisy ligt nog met haar ogen dicht, maar is al wel wakker. Het is al warm en op de achtergrond hoort Daisy klepperende slippers, lachende kinderen en rammelend campingservies in een afwasteiltje. Ze staan op een camping in Frankrijk. Gisteravond zijn ze aangekomen. Ze doet haar ogen open en geniet van het licht dat door het tentdoek schijnt, alles krijgt er een warme oranje gloed van. De komende drie weken is dit haar stek. Ze rekt zich nog een keer uit en hijst zich dan in een jurkje, haalt een borstel door haar haar en kruipt naar buiten. ‘Goeiemorgen schoonheid,’ haar vader is al naar het dorp geweest en zit nu voor de caravan een krantje te lezen met een kop koffie en een croissant. ‘Hmm lekker,’ Daisy lust er ook wel eentje en schuift aan, net als haar moeder.

Na het ontbijt gaat Daisy een boek lezen. Ze is helemaal verdiept in haar boek als ze haar naam hoort roepen: ‘Daisy jij ook hier? Dat is toevallig! Wanneer ben jij gekomen?’ Daisy kijkt op van haar boek en ziet Esther staan. Esther Reus uit haar oude klas. Ze weet eigenlijk niet of ze daar nu wel zo blij mee is. ‘O, hé hallo, ja dat is inderdaad heel toevallig, wij zijn er sinds gisteravond,’ ze weet niet zo goed wat ze moet zeggen. ‘Wij ook’ zegt Esther. ‘Ik ben net begonnen aan een verkenningsrondje. Ga je met me mee?’ Daisy aarzelt even. Esther is niet echt haar type meisje. Ze is een mooi meisje en had in de klas altijd het hoogste woord. Bijdehand noemden de docenten haar. Met enige regelmaat haalde ze onvoldoendes. De docenten zeiden vaak tegen Esther dat ze wat meer op haar werk moest focussen in plaats van op jongens. Daisy voelde zich in haar bijzijn nog meer verlegen dan ze al was. Toch zegt Daisy ja. Het is aardig dat ze het vraagt en prettig om samen de camping te verkennen.